U bent hier

Oude storten bieden plaats aan bomen en zonnepanelen

Bron: 
De Standaard 25 november 2020
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.
Foto VLM
Minister Zuhal Demir laat nagaan of de 3.300 voormalige stortplaatsen in Vlaanderen geschikt zijn voor natuuruitbreiding of projecten voor hernieuwbare energie.
 
Tom Ysebaert
 
Vlaanderen telt 3.300 voormalige stortplaatsen, heeft de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) becijferd – van heel grote tot zeer kleine. Samen zijn ze goed voor een oppervlakte van 160 vierkante kilometer. Ruimte die benut kan worden, meent Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA). Zij laat Ovam nagaan welke van die oude storten in aanmerking komen om aan natuuruitbreiding te doen en op hoeveel ervan projecten voor hernieuwbare energie – zoals de plaatsing van zonnepanelen – mogelijk zijn.
 
Voor beide beleidsdimeinen moet Demir ambitieuze doelstellingen halen. Deze regeerperiode wil ze 1.200 megawatt aan zonne-energiecapaciteit creëren. Ze engageerde zich er ook toe om 4.000 hectare nieuw bos te realiseren tegen 2024, en nog eens 20.000 hectare onder natuurbeheer te brengen.
 
Ovam zal een en ander in kaart brengen, in samenwerking met onder andere de instelling voor technologisch onderzoek Vito en Natuurpunt. Ook de lokale besturen worden erbij betrokken.
 
‘We proberen deze sites breder te bekijken dan alleen wat de noodzaak aan sanering betreft’, vertelt Jan Verheyen (Ovam). ‘Ze kunnen ruimte bieden voor bedrijven, maar dus ook voor natuur en energie.’
 
Midden volgend jaar zou het potentieel in kaart gebracht zijn, nadien worden de plekken op het terrein gevalideerd.
 
Vandaag probeert Vlaanderen het storten van afval tot het strikte minimum te herleiden. Maar we zitten met een erfenis uit een periode toen dat wel veelvuldig gebeurde, met een hoogtepunt in de tweede helft van de twintigste eeuw. Tot de meeste van die storten dichtgingen en werden afgedekt, in afwachting van een nieuwe bestemming.
 
‘Zo’n stort een nieuwe bestemming geven is van veel factoren afhankelijk’, geeft Verheyen aan. ‘Het soort gestort afval, de locatie, de omgeving, de bodem. Dat gaan we nu allemaal bestuderen.’
 
Op zo’n voormalige stortplaats bomen planten, is niet vanzelfsprekend, waarschuwt Stijn Beke Smets, consulent bosuitbreiding van Natuurpunt. ‘Boomwortels dringen diep in de bodem door en dan loop je het risico dat ze het afval weer omwoelen. Vooraleer je bomen plant, moet je zeker zijn dat het stort nadien niet alsnog gesaneerd moet worden. Want dan moet je kappen en die gekapte bomen elders compenseren.’
 
Bovendien moeten de eigenaars en exploitanten akkoord gaan met de plannen, én de lokale besturen.
 
Demir verwijst naar twee voorbeelden die navolging verdienen. Zo komt er op de Terhills-site in Maasmechelen (Limburg) een zonnepanelenpark op een voormalig vliegasstort van de steenkoolmijnen. Twee hectare groot, goed voor een vermogen van 1,35 megawatt.
 
In het Vlaams-Brabantse Kampenhout werd een oud stort geruimd om plaats te maken voor de verdere ontwikkeling van het Natuurgebied Torfbroek.
 
Andere voorbeelden zijn de oude stortplaats van intercommunale Ivarem in Lier waar sinds 2010 acht hectaren zonnepanelen liggen. Of de vroegere vuilnisbelt in Bonheiden, waar na sanering weer bos aangeplant wordt.
Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: