U bent hier

Van winkelleegstand naar circulaire co-werkplekken

Circular work ontwikkelt model in Gent

Met het project Circular Work tovert Labland leegstaande panden om tot circulaire co-werkplekken voor lokale ondernemers. En blaast zo in één klap (op)nieuw leven in tijdelijk ongebruikte ruimtes en de lokale economie. Lablands communitymanager Esther Laga en Gents schepen voor klimaat Tine Heyse vertellen hoe dit inspirerend pilootproject vorm krijgt. En waarom anderen er op termijn naar zullen snakken om dit model ook in hun stad of gemeente toe te passen.

De gemiddelde leegstand van handelspanden in Vlaanderen bedraagt vandaag 12,5 procent. Dat cijfer wijst op een prangende nood aan kwalitatieve oplossingen voor die ongebruikte ruimten. Maar hoe voorkom je dat leegstand zich als een vuur verspreidt en tot onderbenutte verloederde en verlaten kernen leidt? LabLand ziet met Circular Work alvast een opportuniteit in het herwaarderen van tijdelijke leegstaande panden tot circulaire co-werkplekken voor lokale ondernemers. Ze transformeren de plek en tonen geïnteresseerde huurders en eigenaars zo het potentieel van dat pand. 

En toch was het niet zozeer de herbestemming op zich, maar vooral het modulair en circulair maken ervan dat de  stad Gent inspireerde. LabLand werd zo één van de drie winnaars van Circuit circulair, een wedstrijd die de stad uitschreef om beloftevolle circulaire projecten in de stad te helpen realiseren. 

Waarom is Gent zo geïntrigeerd door dit project?  

Tine: Circular Work transformeert of vult tijdelijke leegstaande handelspanden opnieuw in met gerecupereerde materialen en demonteerbare systemen. Wanneer een ruimte een nieuwe huurder heeft, is het dus mogelijk om de ingevulde ruimte op één dag vlot te verhuizen naar een ander pand. En dat met een absoluut minimum aan afval, verlies, transportkosten en werkkrachten. Het lijkt me voor de stad erg interessant om verder te bouwen op dit idee. Bijvoorbeeld door op termijn eigen gebouwen op dezelfde manier te renoveren of in te vullen. Het zal ons toelaten om op een efficiënte én duurzame manier tegemoet te komen aan specifieke ruimtenoden in de stad. Denk maar aan vragen van scholen om tijdelijke leslokalen te voorzien of een (hopelijk niet meer) vaccinatiedorp.
 

Tine Heyse

Verbinden en versterken

Als winnaar van Circuit Circulair kon Labland genieten van een ondersteuningstraject én 30.000 euro om dit idee uit te werken. Wat hield die begeleiding precies in?

Esther: Samen met de tien geselecteerden uit de eerste ronde van de wedstrijd kwamen we twee maanden lang 1 à 2 keer per week samen. Daar konden we ons idee onder begeleiding verder verfijnen. We keken hoe we nog beter kunnen inspelen op de circulaire economie en wat we nodig hebben om ons idee verder uit te werken. We namen deel aan workshops en werden geïnspireerd door gastsprekers over bijvoorbeeld afvalverwerking. Die maanden waren erg leerrijk én tegelijk een mooie manier om te ontdekken wie er in de stad allemaal bezig is met circulaire economie en hoe we elkaar kunnen versterken.

Tine: Mensen met een circulair idee verbinden en versterken is precies wat we met dit ondersteuningstraject wilden bereiken. Want het is zo belangrijk om ervaringen te kunnen delen: welke drempels komen ander circulaire doeners tegen en welke lessen trekken ze daaruit? Er is vandaag zoveel aan het bewegen in de stad en dat moeten we als stad ondersteunen, conceptueel maar ook financieel. We kozen daarom om drie finalisten een serieuze duw in de rug te geven en 100.000 onder hen te verdelen.
 

Opstartbudget

Hoe belangrijk is die financiële ondersteuning voor Circular Work?

Esther: Het is het startbudget dat we nodig hebben om ons idee verder uit te werken. Het geeft ons de ruimte om te experimenteren en een model te ontwikkelen dat ook in andere steden en gemeenten toepasbaar is. En maakt het even goed mogelijk om alles te organiseren: een eerste leegstaand pand vinden, maar ook bewoners en de juiste partners om de herbestemming te realiseren. We hopen om op termijn een start-up te worden die zichzelf, dankzij de bijdragen van huurders, in stand houdt. 

Jullie hebben ondertussen een eerste pand gevonden. Wat zijn de volgende stappen?

Esther: Vanaf juni gaan we dat pand circulair inrichten. Ondertussen volgt een open oproep naar Gentse kandidaat-gebruikers, actief in de circulaire economie om zo een juiste mix van circulaire co-werkers samen te brengen.  Momenteel zijn we ook op zoek naar een tweede pand en op termijn willen we ons aanbod verdubbelen. We willen evolueren naar cowerk- , maak-, en etalagenetwerk voor duurzame ondernemers in de stad. Naar een soort reizende community van circulaire doeners, met een brede waaier aan plekken waar ze kunnen vergaderen en werken. In afwachting van de transformatie laten we het pand ook niet onbenut. Zo repeteert een theatermaakster er ondertussen in een volledig demonteerbare serre. En gebruikt een andere documentairemaakster uit de buurt het als werkplek. 

Zijn er een aantal voorwaarden om een project als dit te doen slagen? 

Esther: Het is erg belangrijk dat de verschillende diensten binnen een stad of gemeente vanuit een gedeelde visie naar het project kijken. Zodat iedereen bij een mogelijk probleem waar  verschillende reglementen of vergunningen aan te pas komen, aan één zeil blijft trekken. Is dat niet zo, beland je snel in een kluwen dat leidt tot uitstel van het project.

Tine: Daarnaast heb je als bestuur ook best een zicht op wat er leeft in je stad of gemeente. ZIjn er mensen met een circulair idee die zich kandidaat willen stellen? Een  wedstrijd zoals circuit circulair zal enkel en alleen werken als er lokaal ook een voedingsbodem voor is.
 

Het eerste pand.

Standaardiseren van recuperatiemateriaal

Zien jullie de focus op het circulaire vooral als een kans of een uitdaging voor steden en gemeenten?

Tine: Als je een klimaatbeleid hebt, dan vind ik het vooral een evidentie om hierop in te zetten. Klimaatbeleid mag zich immers niet beperken tot directe CO2-uitstoot op ons grondgebied. 60% van de Vlaamse broeikasgasuitstoot is afkomstig van materiaal gerelateerde activiteiten.

Esther: Binnen LabLand zien we in projecten met een circulaire focus een kans om steden en gemeenten te tonen dat het niet moeilijk hoeft te zijn om met recuperatiemateriaal te werken. Hopelijk maken we het als voorloper mee mogelijk om te evolueren naar een gestroomlijnd systeem dat circulair werken beter ondersteunt en gebruikt. Zodat dit geen toepassing in de marge blijft, maar de norm wordt.

Tine: Ik zie daarbij aansluitend heel wat kansen voor de sociale economie, bijvoorbeeld om recuperatiemateriaal te standaardiseren tot bouwcomponenten. Het zorgt niet alleen voor jobcreatie, maar ook voor kansen voor de circulaire economie om te groeien. Samen met schepen voor economie Bram Van Braeckevelt gaan we de mogelijkheden hier bekijken en een circulaire strategie uitstippelen.
 

Aanpak op maat

Op termijn hopen jullie dit project ook in andere steden en gemeenten uit te rollen. Maar is dit, gezien de nood aan een opstartbudget, wel haalbaar voor gemeenten met minder middelen?

Esther: Absoluut. In feite is het een kwestie van lokaal en op maat naar oplossingen zoeken. Daarom starten we steeds met een analyse van de gemeente: Welke soorten leegstand spelen er? En wat voor soort panden zijn dat? Welke acties liggen er binnen de mogelijkheden van de gemeente? Om van daaruit een nuttige én haalbare aanpak voor te stellen. Het opstartbudget dat we nodig hebben zal bovendien, dankzij ons model met draaiboek dat we nu ontwikkelen, minder hoog liggen dan tijdens dit eerste experiment waar we de route nog uitstippelen. nooit meer zo hoog zijn als nu.

Tine: Elk lokaal bestuur staat voor de uitdaging om vanuit beperkingen te kijken wat je wél kan doen en hoe. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat er met goede wil en eventuele aanpassingen op maat voor alle steden en gemeenten een aanpak mogelijk is.. 

 

Benieuwd naar meer? Laat je op 17 mei inspireren tijdens een webinar over omgaan met leegstaande panden. 

Kom op woensdag 1 juni langs in het eerste pand tijdens de Oost Vlaamse Impactweek! Inschrijven kan via een mailtje naar esther@LabLand.be

www.labland.be

Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen: