U bent hier

Experts bouwshift willen af van gulle vergoeding voor eigenaars

Bron: 
De Standaard 10 december 2021
Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publisch.be.

De experts maken brandhout van de voorgestelde regeling, waarbij eigenaars 100 procent van de marktwaarde vergoed krijgen voor hun planschade.

Een taskforce moest de vastgelopen discussie over de bouwshift opnieuw op het goede spoor zetten. Maar de experts zijn het onderling niet eens geraakt, deels uit tijdgebrek.
 
Het Instrumentendecreet, dat eigenaars een volledige vergoeding geeft als ze hun grond door de bouwshift niet meer kunnen bebouwen, had er al twee jaar geleden moeten zijn. Maar de discussie loopt telkens spaak op de enorme kostprijs, met schattingen van meer dan dertig miljard euro.
 
In het voorjaar stelde minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) een taskforce samen. Daarin zetelen juristen, stedenbouwkundigen en financiële experts. Zij moesten duidelijkheid scheppen over de haalbaarheid en betaalbaarheid van de plannen. De experts maken nu brandhout van de voorgestelde regeling, waarbij eigenaars 100 procent van de marktwaarde – de zogeheten venale waarde – vergoed krijgen voor hun planschade.
 
Staatssteun?
 
Die regeling, zoals ze in het Vlaams regeerakkoord is opgenomen, gaat verder dan wettelijk vereist en wijkt af van de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, zeggen de experts. Ze bestaat ook nergens in de omringende landen en zou zelfs tot discussie kunnen leiden over de vraag of het geen staatssteun is. De experts hebben daarom alternatieven uitgewerkt.
 
Een eerste alternatief gaat uit van de huidige planschaderegeling, van 80 procent van de waardevermindering. De aankoopwaarde zou daarbij worden geïndexeerd op basis van de index van de vastgoedprijzen in plaats van de consumptie-index, wat de vergoeding hoger maakt. De regel dat er alleen een vergoeding verschuldigd is voor grond tot 50 meter van de rooilijn, die eveneens zou sneuvelen, blijft daarbij behouden.
 

De Vlaamse Confederatie Bouw en BVS hadden vertegenwoordigers in de taskforce, maar die haakten af, omdat ze zich niet konden vinden in de conclusies

Een tweede voorstel gaat uit van een forfaitaire waardering van de gronden voor de eerste 50 meter en 25 procent daarvan voor de grond die verder van de weg ligt. Eigenaars die al lang beschikken over bijvoorbeeld een bouwgrond, maar er niets mee doen, verliezen hun recht op een vergoeding.
 
Het derde alternatief gaat eveneens uit van het behoud van de huidige planschade aan 80 procent, maar ditmaal op basis van de huidige marktwaarde en gecombineerd met een aantal correcties.
 
Van 31,5 miljard euro naar 19,5 miljard
 
Ook de alternatieven kosten enorm veel geld. Met de huidige planschaderegeling zou de bouwshift 6,6 miljard euro kosten. Het voorstel waar de Vlaamse meerderheid al de hele tijd op spaak loopt, kan tot 31,5 miljard euro kosten. Volgens de experts maakt zo’n bedrag het onmogelijk om een eerlijk evenwicht te vinden tussen de vergoeding voor de eigenaars, een politiek haalbare kostprijs voor de overheid en de prijs voor de Vlaamse belastingbetaler.
 
Het voorstel om de aankoopwaarde te indexeren op basis van de vastgoedindex zou een prijskaartje kunnen hebben van 19,5 miljard. Een voorstel op basis van de forfaitaire waardering van gronden kost ongeveer evenveel.
 
Veel hangt af van welke gronden wanneer en hoe worden aangepakt. Volgens de bouwshift moet de groei in het ruimtebeslag - vandaag 5,1 hectare per dag - tegen 2025 herleid zijn tot 3 hectare. Tegen 2040 mag er netto geen open ruimte meer verloren gaan.
 
Dat betekent dat er 30.000 hectare grond gevrijwaard moet zijn tegen 2040. Woonzones, industriegebieden en publieke gebouwen mogen niet nog meer open ruimte innemen. Kwetsbare gebieden, zoals bossen en watergevoelige gebieden, moeten worden bevroren om te voorkomen dat daar toch wordt gebouwd.
 
De experts stellen voor om te beginnen bij stukken natuur en bij landbouwgebied waar de opvolging niet verzekerd is, bij kwetsbare gebieden, woonuitbreidingsgebied en woonreserve. Dat kan tegen 2025 zorgen voor een daling in de groei van het ruimtebeslag naar 3 hectare. De nog moeilijkere knopen rond gebieden die bestemd zijn voor wonen of industrie volgen nadien.
 
Zeer negatieve reacties
 
De vraag is of dit voorstel de Vlaamse coalitiepartners op een lijn kan krijgen. Vooral Open VLD dringt aan op een volledige compensatie voor eigenaars. Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts blijft pleiten voor een volledige vergoeding voor eigenaars. ‘De taskforce zegt terecht dat dit een politieke keuze is. Een keuze die we al enkele keren gemaakt hebben binnen de meerderheid, zowel bij het afsluiten van het regeerakkoord als bij de indiening van het Instrumentendecreet. We waren toen allemaal overtuigd dat dit de meest faire oplossing is’, zegt hij.
 
Zijn collega Mieke Schauvliege vraagt dat de Vlaamse regering nu eindelijk knopen doorhakt. ‘Alle elementen liggen op tafel om een betaalbare bouwshift in gang te zetten. Demir, waar wacht je op?’, vraagt ze zich af. ‘Niets doen betekent achteruit gaan.’
 
Ook de beroepsverenigingen zijn niet overtuigd. De Vlaamse Confederatie Bouw en BVS, de beroepsvereniging van de vastgoedsector, hadden vertegenwoordigers in de taskforce, maar die haakten op het laatste moment af, omdat ze zich niet konden vinden in de conclusies. De reacties van Unizo, Voka en de Boerenbond waren eveneens zeer negatief. Betrokkenen zeggen dat met meer tijd er mogelijk meer had ingezeten.
 
De vrees groeit dat de studie van de taskforce alleen maar tot een bevestiging van de al lang ingenomen stellingen leidt. Intussen krimpt de periode die overblijft om de eerste deadline – een ruimtebeslag van 3 hectare per dag tegen 2025 – te halen.
 
‘Dit dreigt een herhaling te worden van de discussie over de kernuitstap’, vreest directeur Steven Lannoo van het Netwerk Architecten Vlaanderen, die in het rapport een goede basis ziet om het wonen in Vlaanderen te verdichten en kernen af te bakenen. ‘Als we de discussie naar later blijven duwen, gaat er de kostprijs qua open ruimte en financiële middelen zo oplopen dat we niet anders gaan kunnen dan uitstellen.’

Wim Winckelmans

Dit artikel draagt bij aan volgende duurzame ontwikkelingsdoelen:
  • Toegevoegd: 22/04/2020
    Jouw partner: Bond Beter Leefmilieu
    Aanbod voor: Lokaal bestuur

    Een goede ruimtelijke ordening de basis voor een klimaatneutrale gemeente. Door in te zetten op kernversterking ontstaan levendige woonbuurten met speelruimte voor kinderen, rendabel openbaar vervoer en maak je warmtenetten mogelijk. In deze vorming bekijk je samen met Bond Beter Leefmilieu-expert Erik Grietens verschillende stedenbouwkundige projecten die haalbaar zijn voor elk gemeentebestuur en de instrumenten die je kan inzetten om ze te realiseren.